Marloes Eerden samen met voorzitter Gerard Klein van de Joodse Gemeente Hilversum bij het kunstwerk.
Marloes Eerden samen met voorzitter Gerard Klein van de Joodse Gemeente Hilversum bij het kunstwerk. Foto: Bastiaan Miché

Bijzonder kunstwerk Marloes Eerden over deportatie Joodse kinderen

Algemeen

BLARICUM - In Hilversum staat een beeld ter nagedachtenis aan de vermoorde Joodse kinderen en personeelsleden van de
Rudelsheimstichting. De maker is Marloes Eerden. Het is misschien wel het grootste drama in Hilversum tijdens de Tweede Wereldoorlog: de deportatie van tientallen Joodse verstandelijk gehandicapten en medewerkers van de Rudelsheimstichting in 1942. Een jaar later sterven alle bewoners in Sobibor. Nu, zoveel jaar later, hebben de pakweg tachtig slachtoffers een plek gekregen.

De Rudelsheimstichting was een initiatief van enkele vrienden van rabbijn Samuel Azarja Rudelsheim (1869-1918), die altijd zeer begaan was met verstandelijk gehandicapten. Vanuit zijn nagedachtenis verwierf de stichting een pand aan de Verdilaan 10 in Hilversum, bedoeld om kinderen met een beperking vaardigheden aan te leren om zo zelfstandig te kunnen leven.
Het werk van de stichting werd een succes. In 1938 hadden 88 kinderen er onderdak. Maar tijdens de Tweede Wereldoorlog confisqueerde de Wehrmacht het terrein en vestigde er zijn hoofdkwartier. Op 16 april kwamen er zestien verhuiswagens naar het complex om de kinderen, personeelsleden en inventaris over te brengen naar een andere, tijdelijke locatie in Hilversum (de Monnikenberg). Van daaruit werden zij overgebracht naar Westerbork en aansluitend gedeporteerd naar Sobibor waar zij stierven. De ontruiming van de Rudelsheimstichting wordt beschouwd als de omvangrijkste deportatie van Joodse burgers op één dag in Hilversum.

Ter nagedachtenis staat er nu een monument. 

Lees verder in de digitale editie

Uit de krant