Larens Behoud met Wob-verzoek in gelijk gesteld
PolitiekLAREN - Larens Behoud heeft in het Wob-verzoek voor meer openheid over de besluitvorming rond de voorgenomen fusie van Blaricum, Laren en Huizen door Gedeputeerde Staten (GS) gedeeltelijk gelijk gekregen.
Dat blijkt uit het rapport van de onafhankelijke Hoor- en Adviescommissie. Het ging om een eenvoudig verzoek om totále openheid te krijgen over de besluitvorming op 7 november 2017 over de Arhi-procedure, de herindelingsprocedure Gooi en Vechtstreek binnen Gedeputeerde Staten, het bestuurscollege van de provincie Noord-Holland. Larens Behoud had herhaald om een toelichting gevraagd en de provincie bleef dat weigeren. Op 22 februari hield Leo Janssen een gloedvol betoog voor de Hoor- en Adviescommissie. GS moeten nu het huiswerk eens dunnetjes overdoen van de commissie. Een aantal documenten dienen GS opnieuw te motiveren en een aantal moet (deels) openbaar worden. Leo Janssen, secretaris van Larens Behoud: "Gedeputeerde Staten hebben dus prutswerk geleverd en alles te gemakkelijk onder 'het tapijt art 11 Wob' geschoven. Ik ben blij dat de commissie dat met mij eens is, en de bezwaren van Larens Behoud gegrond heeft verklaard. Het advies van de commissie gaat nu naar GS en zij zullen hieraan tegemoet moeten komen. Ze besluiten medio april.”
Janssen is vooral blij dat nu duidelijk is dat GS niet zorgvuldig hebben gehandeld waar het de transparantie van de documenten in die bewuste vergadering betreft. "Het blijft natuurlijk schandalig dat die fusie ons op een ondemocratische manier wordt opgedrongen door de provincie”, constateert Janssen verder. "Daarom blijven we als Larens Behoud strijden voor zelfstandigheid totdat we erbij neervallen. We hebben nogal wat te verliezen wat in de loop der eeuwen op het gebied van cultuur, tradities en verenigingsleven door de Larense bevolking is opgebouwd. We zijn een hechte en unieke gemeenschap die graag baas in eigen dorp wil blijven. We kunnen heel goed ons eigen broek ophouden en samenwerkingsverbanden met andere aangaan. Dat gooien we niet snel op het bord van Groot-Huizen of Gooistad.”
