Remco tijdens zijn loop door de woestijn.
Remco tijdens zijn loop door de woestijn. Foto: Eigen foto

Van der Brugge (47): 'Ik dacht: je kunt hier wel doodgaan'

Algemeen

EEMNES - Het stond bij Remco van der Brugge uit Eemnes al tien jaar op zijn lijstje: meedoen aan de Ultraloop in de woestijn van Jordanië. In maart 2019 besloot Eemnesser Remco van der Brugge (47) zich in te schrijven voor een vijf dagen durende monstertocht over ruim 250 kilometer. Op 11 oktober j.l. kwam hij compleet 'verrot' over de finish, want een ultraloop is fysiek zwaar en mentaal een aanslag. "Een gevecht tegen jezelf. Als je uren alleen in een doodstille woestijn loopt gaan je gedachten naar thuis - ik moest dan huilen - en andere dieptepunten die in je leven zijn gepasseerd. Door het suikertekort in je hersenen word je labiel", blikt de Eemnesser terug.

Het was inderdaad geen alledaagse bezigheid en het was vooral afzien om vijf dagen door de snikhete woestijn te lopen met in totaal zesduizend hoogtekilometers. Etappes van minimaal 40 kilometer tot een uitschieter van 73 kilometer op de derde dag. Van de 75 deelnemers haalden er 19 de finish niet.
Van der Brugge, die over 250 kilometer 40 uur en 13 minuten noteerde, zegt een week later weer redelijk monter: "Van de organisatie krijg je alleen warm en koud water. Je moet voor je eigen eten zorgen en de vloeibare voeding voor onderweg. Het eten moet je zelf bereiden in het kamp. Je mag een tas meenemen met een maximale inhoud van twaalf kilo. Daar moet alles in zitten: je gedroogde eten, slaapmatje, slaapzak, je voeding en kleren. Dat vereist dagelijks een strakke planning in je voedingspatroon. Zo kon ik maar twee T-shirts, drie paar sokken en drie onderbroeken meenemen. Ook een week lang niet douchen, maar na twee dagen ruik je jezelf niet meer. We sliepen in tenten of buiten op de rotsen."

Geen bereik
Nadat alle deelnemers in de hoofdstad Amman waren gearriveerd, werden ze met een bus naar het eerste startpunt in de woestijn gereden. "In mijn enthousiasme ben ik op de eerste dag, 46 kilometer, te snel van start gegaan. Ik moest hele stukken gaan wandelen om in het volgende kamp te komen. Het lopen in het mulle zand is een aanslag op je achillespezen, omdat je continu met je hakken in het zand zakt. Hardlopend een zandberg op had geen zin. Daar wandelde ik meestal. Voor onderweg heb je alleen een rugzakje met wat eten, drank met voedingsstoffen, een medische kit en ook een gsm-noodknop voor het geval je verdwaalt. Met je telefoon heb je die week geen bereik. Om de tien kilometer zijn er verzorgingsposten waar ook artsen en osteopaten aanwezig zijn."

Noodsignaal
De derde dag was voor de Eemnesser de zwaarste beproeving. "We zijn in het donker gestart en na twintig kilometer kwam de koperen ploert aan de hemel. De eerste vijftig kilometer ging ik als een speer, maar daarna zat ik er volledig doorheen. Ik werd ziek en moest overgeven en overwoog het noodsignaal te gebruiken. Ik dacht: je kunt hier wel doodgaan. Na iedere zandheuvel of rotsberg hoopte ik dat de verzorgingspost in zicht was. Balen als die er niet was. Je voelt je hulpeloos en alleen. Op de post heb ik kort geslapen en daarna tegen de arts gezegd dat het weer ging, omdat de arts je uit de wedstrijd kan halen als het medisch niet verantwoord is. En ik wilde de eindfinish halen. Ik moest nog bijna twintig kilometer. Na dertien uur zwoegen kwam ik volledig verrot in het kamp." De vierde en de laatste dag ging het een stuk beter: "Alleen last van blaren en mijn kuiten. Blaren moet je direct laten behandelen, anders hangen de vellen erbij en loop je je voeten compleet stuk."

Tegenvallers
Hoewel Remco zich goed had voorbereid op deze monstertocht werd hij toch geconfronteerd met tegenvallers. "In de eerste plaats de hitte. Ik had geen tijd om te acclimatiseren. Voorspeld was 24 tot 30 graden, maar het was doorgaans dik 35 graden. Dan de bergen; ik had verwacht dat het vlakker zou zijn. En het mulle zand: dat was 60% in plaats van de veronderstelde 20%." Na het bereiken van de finish was de ontlading echter groot. "De offers die ik heb gebracht, zijn het waard geweest. Maar voorlopig is dit de laatste monstertocht geweest. Ik ga weer triatlons doen en lange eendaagse loopwedstrijden."

Uit de krant