De geluidswal werd in 2011 geplaatst.
De geluidswal werd in 2011 geplaatst. Foto: Bastiaan Miché

Laren moet opnieuw naar overlast aansluiting N525 kijken

Natuur en Milieu

LAREN - Het gemeentebestuur van Laren en de provincie Noord-Holland hebben het lawaai van de vernieuwde aansluiting van de Hilversumseweg (N525) op de A1 voldoende inzichtelijk gemaakt. Maar de belangen van enkele omwonenden die nu meer geluidsoverlast ervaren zijn onvoldoende gewogen. Het resultaat is dat het gemeentebestuur hun belangen alsnog beter moet bekijken.

Dat heeft de Raad van State woensdag beslist in een hoger beroep van het gemeentebestuur en de provincie. Het oordeel van de Raad betekent ook dat de al jaren geleden vernieuwde aansluiting niet wordt gedekt door een rechtmatige omgevingsvergunning. De aansluiting blijft daarmee voorlopig illegaal, totdat de Raad van State daar anders over beslist. En dat kan pas als er in de ogen van de Raad voor de omwonenden een aanvaardbare oplossing wordt gevonden voor de geluidsoverlast.

Het gemeentebestuur en de provincie gingen bij de Raad in hoger beroep nadat de vergunning hard onderuit ging bij de Utrechtse rechtbank. De rechtbank kon niet uit de voeten met de geluidsberekeningen voor de situatie na de reconstructie, die door het gemeentebestuur en de provincie waren aangeleverd. En daardoor kon ook niet worden duidelijk gemaakt waarom het lawaai aanvaardbaar zou zijn voor omwonenden.

Een woordvoerder van de gemeente stelde onlangs bij de Raad dat Laren nu eenmaal geen plattelandsgemeente is met de A1 en de A27 op korte afstand. Daarom zou meer lawaai aanvaardbaar zijn. Bovendien weegt het maatschappelijke belang van de reconstructie zwaarder dan de belangen van enkele omwonenden, aldus de woordvoerder.

Maar dat vindt de Raad van State dus niet. Het gemeentebestuur moet nu hard gaan nadenken over de plaatsing van een geluidsscherm vlakbij de woning die naast de oprit naar de A1 ligt. Volgens het gemeentebestuur kan daar geen geluidsscherm worden geplaatst, omdat er kabels en leidingen in de grond liggen. De Raad van State vindt dit argument niet voldoende.

Uit de krant