Verenigde Kolonie spant kort geding aan tegen gemeente

LAREN - De Stichting Verenigde Kolonie uit Laren geeft haar strijd voor het behoud van een dertigtal bomen aan de Noolseweg in Laren niet op. Ruim dertig bomen moeten het veld ruimen voor de bouw van een woning. De stichting vindt dat de gemeente bij het verlenen van de bouwvergunning te weinig rekening heeft gehouden met de natuur.

In een kort geding dat de stichting donderdag aanspande tegen de gemeente eist de stichting dat de bestuursrechter nog eens goed kijkt of het echt noodzakelijk is dat de 32 bomen op het perceel aan de Noolseweg in Laren tegen de vlakte moeten.
Volgens de voorzitter van de stichting, Hans Timmerman, heeft het gebied waar het huis wordt gebouwd een dubbele bestemming. Het is volgens hem een gebied waar wonen en natuur een gelijke functie hebben. "De gemeente houdt te weinig rekening met de landschappelijke waarde van het gebied. Wij zeggen: wees zuinig op de natuur en kap niet onnodig."
Mevrouw Van Lent, die namens de gemeente het woord voerde, hield de rechter voor dat het hier ook gaat om een woonperceel waarop gebouwd mag worden. De 32 bomen die gekapt worden, staan óf de bouw van de woning in de weg óf zijn te kwetsbaar om zelfstandig te overleven. De gemeente heeft een deskundige ingeschakeld om aan de hand van een bomenkaart te bepalen welke bomen wel of niet gekapt moeten worden.
De stichting bestrijdt de betrouwbaarheid van deze kaart en heeft zelf een kaart gemaakt aan de hand van eigen bevindingen en die wijkt af van de bomenkaart waar de gemeente zich op baseert. Zo staan er op de kaart van de gemeente een aantal bomen die als kwetsbaar worden bestempeld, omdat zij na de kap van omringende bomen alleen komen te staan en het niet zullen overleven. Volgens de kaart van de stichting is dat onzin. Het perceel waarop gebouwd wordt, grenst aan een bos. Er is dus geen sprake van kwetsbare, alleenstaande bomen. "De gemeente gebruikt een bomenkaart die niet klopt, waardoor uitgegaan wordt van onjuiste gegevens", aldus Timmerman.
De stichting vroeg de rechter met klem te kijken naar de verleende kapvergunning en te toetsen of de gemeente bij het toekennen van die vergunning voldoende rekening heeft gehouden met de landschappelijke waarde van het gebied.

Op 21 november doet de rechter uitspraak.