Bij spoed moet de ambulance binnen een kwartier ter plaatse zijn, ook in het buitengebied.
Bij spoed moet de ambulance binnen een kwartier ter plaatse zijn, ook in het buitengebied. Foto: RAV Gooi en Vechtstreek

René Ton, directeur RAV: 'We horen bij de best scorende ambulancediensten'

Algemeen

REGIO - De chauffeurs en verpleegkundigen van de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Gooi en Vechtstreek hebben het druk. Met twaalf ambulances reden zij in 2018 ruim 18.000 ritten. 8000 keer was er sprake van spoed, wat betekent dat de ambulance binnen een kwartier ter plaatse moet zijn. En dat gaat goed, constateert directeur René Ton, tevreden. "In bijna 95% van de gevallen zijn we op tijd en daarmee staan we landelijk op een mooie vierde plek."

De goede kwaliteitsscore van de RAV is volgens Ton te danken aan een betere organisatie van de ambulancezorg die in de loop van de tijd is doorgevoerd. Zo was in de jaren 70 van de vorige eeuw het ambulancevervoer nog nauwelijks gereguleerd. Een absurde situatie die soms leidde tot ware wildwesttaferelen, zoals hij zelf heeft meegemaakt. "Bestuurders van - toen nog - het Ziekenfonds vonden de bestaande ambulancedienst in 't Gooi te duur en namen een particulier ambulancebedrijf uit Amsterdam in de arm. Bij sommige meldingen gingen beide diensten rijden. Altijd met de hoogste spoed, want alleen wie als eerste ter plaatse was en de patiënt vervoerde, mocht een rekening indienen. Pas in 1979 met de komst van een centrale post ambulancevervoer hebben de twee ziekenvervoerders de strijdbijl begraven."

Rap tempo

Daarna is het ambulancevervoer in rap tempo geprofessionaliseerd, volgens de directeur, die zelf ooit is begonnen als ambulanceverpleegkundige. Er is een centrale meldkamer in Naarden gekomen, waar ambulance, politie en brandweer hecht samenwerken. Met de oprichting van de RAV in 2004 is de schaalgrootte van de ambulancedienst gelijkgetrokken met die van de Veiligheidsregio. Een jaar later werd het ambulancevervoer een gemeentelijke verantwoordelijkheid.

Als laatste kwaliteitsverbetering noemt Ton de samenwerking tussen de RAV's Gooi en Vechtstreek en Flevoland per 1 januari 2018. Eind dat jaar ging het MC Zuiderzee in Lelystad failliet. "Daardoor nam de druk op de ambulancezorg in Flevoland flink toe", blikt hij terug. "Dankzij de samenwerking konden we dit het hoofd bieden."

Vakjargon

Particulieren krijgen een 'verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg' in vakjargon aan de lijn als ze het noodnummer 112 bellen. Huisartsen, verloskundigen en andere zorgverleners hebben een eigen nummer. Als er sprake is van spoed moet de ambulance binnen een kwartier ter plaatse zijn. "Wij noemen dit de A1-ritten", is het vervolg van de leidinggevende van beide RAV's. "In minder spoedeisende gevallen, de A2-ritten, zijn we er binnen een half uur. Daarnaast rijden we A3-ritten op verzoek, bijvoorbeeld als we een patiënt vervoeren tussen twee ziekenhuizen. Van de 18.000 ritten die we per jaar rijden vallen er 8000 onder de categorie A1, 4000 onder A2 en 6000 onder A3."Ambulancezorg is overigens veel meer dan iemand van A naar B rijden, zegt Ton meteen na de opsomming van deze cijfers. "Vaak bieden we alleen hulp ter plaatse. Een diabetespatiënt die in coma is geraakt, geven we direct een infuus met glucose. Als die persoon daarna bijkomt, is vervoer meestal niet meer nodig. Ook kinderen met koortsstuipen kunnen we vaak thuis behandelen voordat wij ze overdragen aan hun huisarts. In 20% van de gevallen vindt geen patiëntenvervoer plaats."

Mooi, maar zwaar

Het is een mooi, maar ook zwaar beroep, zegt hij tot slot over het werk."Binnen de RAV hebben wij een bedrijfsopvangteam voor onze medewerkers, maar ik vind het belangrijker dat collega's ook onderling over heftige momenten kunnen praten. Gelukkig is er geen machocultuur in onze branche en staan we open voor elkaars verhaal. Soms janken we samen, om daarna weer verder te kunnen gaan."

Uit de krant