Afbeelding
Bol-an

Eelco en Freddie ten Harmsen van der Beek

Algemeen

Eigenlijk is het te zot voor woorden dat we met zijn allen wél aapies mogen kijken in Artis en op de Efteling dubbele loopings mogen maken in de Python , of nog erger… zwetend en puffend uit mogen hijgen in de lokale sportschool, maar niét rustig mogen genieten van een schilderij aan de muur in onze eigen Larense cultuurtempel van het modernisme. ‘Wanneer wordt de cultuur nou eens uit de onderste la gehaald en niet langer behandelt als iets dat er niet toe doet, gooi de musea open!’, luidt de hartenkreet van kunsthandelaar Marcel Rieling die zeker ook geldt voor Singer Laren, want er hangen –reeds ingericht- in de sfeervolle villa van Anna en William bijzonder unieke affiches uit de roemruchte geschiedenis van hotel Hamdorff.

Geïnspireerd door de feesten ‘100 jaar Koninkrijk der Nederlanden’, laat hotelier, makelaar, wethouder en kunsthandelaar Jan Hamdorff in 1913 een kunstzaal aanbouwen met bijbehorend feestterrein, kunstgenot en zwoel zomervertier waar heel gefortuneerd Nederland op af komt en…waar modern wordt gedanst! Tekenwonder Willy Sluiter ontwerpt swingende affiches waar kunst, muziek en humor samensmelten. Midden jaren dertig treedt in het casino van het luxe en mondaine Hamdorff het jazzorkest ‘The Ramblers’ op. Kunstenaar en reclameman Eelco ten Harmsen van der Beek ontwerpt de affiches. Schitterend!

Eelco en zijn bloedmooie vrouw, Freddie Langeler – ze leerden elkaar op jeugdige leeftijd kennen op het strand bij Wijk aan Zee - waren destijds zeer succesvol. Zij maakte illustraties voor boeken en tijdschriften, hij legde zich toe op commerciële opdrachten, zoals zijn beroemde reclamestrip Flipje, het fruitbaasje van Tiel. Ze werkten veel samen en wisten soms niet welke naam onder welk werk moest komen. Van meet af aan behoorden ze tot de ‘beau monde’, gaven grote feesten en waren graag geziene en gevierde gasten in Américain en kunstenaarssociëteiten. Of zoals Annejet van der Zijl het duo beschrijft in haar bekroonde ‘Jagtlust’: ‘De elegante, altijd door smachtende bewonderaars omringde Freddie en de knappe temperamentvolle Eelco met zijn sardonisch gevoel voor humor. Het verhaal ging dat hij in het Américain ooit een opponent onherstelbaar wist te beledigen door zijn neus te snuiten in diens flensje’. Later, in 1926 verhuisden ze- Freddie was zwanger- naar Blaricum, naar het huis van kunstschilder Evert Pieters die in Laren op de Rozenhoeve ging wonen. Ze kregen twee kinderen: Hein en Fritzi. Voor opvoeden was nauwelijks tijd, dat deed oma, de moeder van Freddie, een weduwe en voormalig onderwijzeres. De financiële crisisjaren dertig gingen aan hen voorbij, de opdrachten stroomden binnen. Aan hun luxe leventje kwam een eind tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze weigerden te tekenen voor de Kultuurkamer. Freddie overleed in 1948. Eelco werkte bezeten door, had in Engeland naam gemaakt met de Noddy kinderboeken en wilde er ook Flipje uitbrengen, maar de jamfabriek lag dwars. Eelco verbrak 18 juli 1953 hun samenwerking. Zes dagen later overleed hij. Hein en Fritzi, die net de volwassen leeftijd hadden bereikt maar het allerminst waren, erfden het enorme kapitaal. Het werd in korte tijd verbrast, maar daarover een volgend keer. Bol an mensen, geniet van Eelco’s affiches in Singer, tenminste als de overheid het goedvindt!

Leo Janssen.
www.bol-an.nl

Uit de krant