De Junior Strandwachten in gesprek met ouders op het strand.
De Junior Strandwachten in gesprek met ouders op het strand. Foto's Bob Awick:
Foto’s

Junior Strandwachten Jeugd aan Zet vandaag druk op en om het strand

Mensen

BLARICUM - De Junior Strandwachten van het project Jeugd aan Zet zijn vandaag druk geweest op en om het strand. Ze deelden polsbandjes uit aan ouders, zodat zij daar hun telefoonnummer op kunnen zetten en omdoen bij hun kinderen. Ook kregen zij EHBO-les en gingen aan de slag met reddend zwemmen.

Het project is een samenwerking van de gemeente Blaricum en de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM).  Het ministerie van VWS/SZW en OCW stelde hiervoor geld beschikbaar, zodat in deze coronatijd jeugd van 12 tot en met 18 jaar een zinnige tijdsbesteding zou kunnen krijgen.

Meer dan verwacht
“Er hebben zich veel meer mensen aangemeld dan verwacht”, vertelt Ralf van Vegten van de KNRM. “Daarom hebben we de groep ook in tweeën gedeeld. Vanmorgen kreeg de ene helft les en vanmiddag de andere.” Zo’n 50 jeugdigen hebben zich voor het project aangemeld, waaronder Emma (13) en Dominique (12).

“Ik vind het leuk om mensen te helpen en veel te leren, zoals EHBO en reddend zwemmen. Ook is het fijn om de hele dag iets te doen”, vertelt Emma. Ze is niet bij het begin gestart, maar direct naar haar vakantie. Als ze op het strand loopt, wordt ze door de mensen “best wel serieus genomen, maar sommige mensen zijn eigenwijs, die denken het beter te weten.”

Tekst gaat verder na de foto

Het was druk op het strand en vanmorgen waren er al meer dan 100 polsbandjes uitgedeeld.

Ook Dominique merkt dat sommige mensen niet positief op de Junior Strandwachten reageren. “Als mensen boos worden, laten we ze met rust. Dan vragen we hulp.” Net als Emma, wil ze ook graag mensen helpen en dingen leren. “Het is echt heel leuk, ook als is vandaag wel erg warm.”

“We leren ze ook hoe ze mensen moeten aanspreken en ze lopen nooit alleen zomaar op het strand”, legt Ralf uit. “Er zijn altijd leden van de KNRM waar ze op kunnen terugvallen. Ze delen de bandjes uit en spreken mensen met honden aan, want die mogen niet op het strand. Als ze denken dat het op een conflict uitdraait, dan laten ze het voor wat het is en dan kunnen wij dat oppakken of bellen de handhavers”, legt Ralf uit. Mensen aanspreken op het houden van 1,5 meter afstand behoort niet tot de taken. Ook daar zijn de handhavers voor.

Serieus
Volgens Ralf nemen de jeugdigen hun taak serieus. “We wisten niet hoe dit zou uitpakken, maar het gaat heel goed. Ze moeten zich minimaal 24 uur inzetten voor dit project, dan krijgen ze een bon om te besteden bij lokale ondernemers, maar veel deelnemers komen zelfs vaker.”

Burgemeester Joan de Zwart-Bloch was vandaag ook aanwezig. “We hadden als gemeente ook nooit gedacht dat er zoveel belangstelling voor het project zou zijn en het is erg leuk om te zien hoe enthousiast de jongeren hier bezig zijn. Het is een win-win situatie voor ons en de KNRM, want jongeren maken zo al jong kennis met deze reddingsdienst.”

Tekst gaat verder onder de foto

Reanimeren met een AED is onderdeel van wat de Junior Strandwachten leren voor EHBO.

De jongeren worden elke vrijdag tot en met zondag tussen 10.00 en 17.00 uur ingezet op het Stichtse Strand gedurende de vakantie. Er worden kosten noch moeite gespaard om hen daarvoor de belangrijkste zaken van EHBO te leren. “Ze leren levensreddende handelingen en hoe ze de AED moeten bedienen en beademen bij een reanimatie”, legt Amber Kwant uit, de jongste EHBO-instructeur van Nederland. “Ik ben nu 23, maar ik behaalde al op mijn 18e het diploma.”

Daarnaast komen de belangrijkste dingen voorbij die met het strand te maken hebben. “Zoals glaswonden in voeten en handen, oververhitting en onderkoeling.” Amber zegt dat de jongeren zeer verantwoordelijk zijn. “Ze hebben genoeg kracht om te reanimeren. Het is natuurlijk altijd wel afwachten hoe ze reageren als het echt gebeurt, maar dat is bij volwassenen ook zo.”

Reddend zwemmen
Rients Anne Slotema geeft op het moment dat Anne bezig is met EHBO een ander deel van de groep les in reddend zwemmen. Dat start met theorie aan een grote tafel onder een boom. Met behulp van plaatjes vertelt hij waar de jongeren rekening mee moeten houden. Bijvoorbeeld met de stroming.

“Die is hier ook. Vanuit de Eem komt water het Randmeer in en stroomt hierlangs richting Huizen”, legt hij uit. Hij vertelt ook iets over de muien bij het strand aan de Noordzeekust, waar onlangs veel mensen door verdronken zijn. “Die stroming is wel 10 tot 14 kilometer per uur. Een Olympische zwemmer haalt 9 kilometer per uur. Hoe hard denk je dat wij zwemmen”, vraagt hij.

Tekst gaat verder onder de foto

Rients Anne bezig met theorieles voor het reddend zwemmen.

Een van de meisjes denk dat zij maar 1 kilometer per uur haalt, maar volgens Rients Anne is dat wel erg weinig. Een gewone zwemmer kan wel 4 tot 5 kilometer hard zwemmen. Niemand kan dus tegen de stroom in terug zwemmen naar het strand “en dat is wel vaak wat we willen. Het beste kun je naar de zijkant zwemmen en kijken of daar de stroom minder is en anders je mee laten voeren naar de zee en dan via de zijkant over zandbanken terug zwemmen.”

Hij laat ook wat filmpjes zien van zwemmers in een zwembad die in problemen zijn gekomen en waar een lifeguard het water in moest om iemand te redden. In de eerste instantie weten de jongeren niet zo gauw waar ze op moeten letten, maar na een paar filmpjes blijkt dat een zwembad, en vooral iemand die omgekeerd met een zwembad in het water komt, in gevaar kan zijn. Zeker als iemand niet zo goed kan zwemmen.

Helpen
Er ontstaat een hele discussie over mensen die vaak staan te filmen als er iets gebeurt. “Dat doe je toch niet”, zegt een van de deelnemers. “Ja, maar als je er nou een paar honderd euro voor krijgt als het nieuws is”, zegt een ander. “Dan is het toch belangrijker om iemand te redden of niet?” Dan vraagt Rients Anne hoe ze die mensen zo ver kunnen krijgen om te helpen? Ze weten het niet. “Je zegt ‘helpen jij’ en wijst iemand aan. Dan maak je iemand verantwoordelijk.”

Daarna laat Rients Anne wat grepen zien, die de Junior Strandwachten kunnen gebruiken bij een redding in het water. “Iemand die in paniek is, wil jou altijd vastpakken. Dat moet je proberen te voorkomen, dus blijf op afstand en probeer iemand te laten omdraaien, zodat je ze van achteren kan benaderen. Of zwem er omheen.”

Grepen geoefend
Ook worden grepen geoefend bij elkaar om iemand zwemmens mee te kunnen nemen naar het strand. “Probeer iemand zo vlak mogelijk mee te voeren, dat is het lichtste. En houd het hoofd liever bij je schouder, dan onder je eigen hoofd. Anders krijgt je dat elke keer tegen je aan als je gaat zwemmen.”

Natuurlijk is op het droge anders dan in het water, dus na de instructie worden de grepen ook nog eens in het water geoefend. Daar komt ook en surfplank bij te kijken. “Ze moeten iemand erop hijsen, zodat ze met een drijfmiddel iemand mee kunnen nemen naar het strand”, legt Rients Anne uit.

Tekst gaat verder onder de foto

Als bonus mogen de Junior Strandwachten een keer per dag meevaren met de reddingsboot.

Door al deze lessen blijken de jongeren inderdaad ook geïnteresseerd te zijn in het reddingswerk dat de KNRM doet en dat was ook de bedoeling. Ralf: “We hebben ook een reddingsbrigade in Blaricum en daar kunnen jongeren al instromen voor ze doorgaan naar de KNRM als ze 18 jaar zijn. Wij kunnen ze dan al opleiden, zodat ze daarvoor klaar zijn. Als bonus mogen ze elke dag al een keer meevaren en dat blijkt echt een ‘glimlachmachine’ te zijn. Dat vinden ze allemaal hartstikke leuk.”

Of het succesvolle project volgend jaar ook weer gehouden zal worden, dat is nog de vraag. “Het kost wel heel veel tijd en inzet van de KNRM en hiervoor was Rijksgeld beschikbaar vanwege de coronacrisis”, legt de burgemeester uit. “Maar wellicht kunnen we kijken of het in een andere vorm kan. Daar zullen we het zeker over gaan hebben met de KNRM.”

Verkeersregelaars helpen de stroom bezoekers naar het strand te geleiden.

Als de parkeerplaats vol is bij het Stichtse Strand dan moeten de mensen lopend vanaf het restaurant verder.

Uit de krant