Esther Rabbe begeleidt met Stichting de Droomboom kinderen met autisme.
Esther Rabbe begeleidt met Stichting de Droomboom kinderen met autisme. Foto: Koosje de Beer

Stichting de Droomboom; tien jaar een uitkomst voor kinderen met autisme

Stichting de Droomboom bestaat tien jaar. Esther Rabbe en haar team trainen kinderen met autisme, zodat zij ook naar de basisschool kunnen.

Blaricum "Klimmen!", roept Simon en rent enthousiast naar het evenwichtsbalkje in het lokaal van Stichting de Droomboom. Wie goed luistert kan hem verstaan. "Toen dit jongetje een paar maanden geleden bij ons begon, kende hij maar één schreeuwend geluid", zegt Esther Rabbe, directeur van de kleinschalige opvang voor kinderen met autisme. "Hier begeleiden en trainen we de kinderen volgens de ABA-methodiek. Met succes: tachtig procent stroomt door naar het reguliere onderwijs."

"Hij doet mee aan nationale kartwedstrijden en toevallig heeft hij morgen een sollicitatiegesprek." Vijftien jaar geleden zou Rabbe niet zo onbezorgd kunnen vertellen over het werk en de hobby's van haar zoon. Gediagnosticeerd als een kind met autisme leek een orthopedisch dagcentrum de enige mogelijkheid. "De eerste gesprekken waren niet bemoedigend", blikt ze terug. "Mijn zoon zat nooit stil en had nog nooit aan tafel gegeten." De oplossing van het kinderdagverblijf, vastzetten in een kinderstoel, stond haar tegen. "Dat was ons nog nooit gelukt. Het leek me niet goed voor mijn zoon en niet voor de andere kinderen daar." Via familie en vrienden hoorde ze van de ABA-methode. "In Nederland bestond dit nog niet, maar ik heb de onlineopleiding aan de universiteit van Texas gevolgd."

Leren communiceren

De nieuwe aanpak werkte wonderbaarlijk. "Een half jaar later kon mijn zoon samen met zijn tweelingzus naar de basisschool." Achteraf kan Rabbe heel goed verklaren wat ze tot dan toe verkeerd deed. "Kinderen met autisme snappen niet vanzelf dat communiceren meerwaarde biedt. Bovendien ben je als ouder van een kind met een beperking eerder geneigd om in afwijkend gedrag mee te gaan", legt ze uit. "Als mijn zoon iets wilde drinken, sleurde hij mij mee naar de koelkast en dat liet ik gebeuren. Nu weet ik dat je kinderen met autisme op die manier niet helpt. Binnen de Droomboom leren wij de kinderen dat praten belangrijk is."

Tobias opent de deur en kijkt ons in de ogen. ''Hoi'', zegt hij en rent verder. "Zie je het verschil?", vraagt Rabbe. "Simon kijkt alleen naar Maruscka, zijn trainer. Hij ziet ons wel, maar interesseert zich niet voor ons. Hij ziet nog niet dat de mensen om hem heen iets voor hem kunnen betekenen. Tobias is al langer bij ons en kan nu wel met anderen omgaan. Dit jongetje is voor de kerstvakantie klaar voor de basisschool."

Veertien kinderen

Vijftig euro per kind per dag moet via donaties binnenkomen

Na de ervaringen met haar zoon is Rabbe tien jaar geleden gestart met de Droomboom. In het voormalige nonnenschooltje komen nu dagelijks veertien kinderen. Voor elk kind is er een trainer. "Die een-op-een-begeleiding is natuurlijk heel kostbaar en intensief, maar wel echt nodig voor deze groep", zegt ze beslist. ''Zie je hoe Maruscka naar Simon blijft kijken? Als je een moment het contact met deze kinderen verbreekt, ben je ze kwijt en kun je opnieuw beginnen."
Ouders met kinderen met autisme zien ook het succes dat Rabbe en haar veertien medewerkers boeken in de Droomboom.

Aanvragen

"Ik krijg ongeveer een aanvraag per week, terwijl er maar drie kinderen per jaar uitstromen", legt ze de situatie uit. Hoewel de directeur graag meer kinderen wil aannemen, lukt dit niet doordat de school structureel te weinig geld krijgt. "De gemeenten vinden de kosten van een trainer voor een kind te hoog. Dit betekent dat wij per kind per dag vijftig euro via sponsoring en donaties binnen moeten krijgen. Met kunst en vliegwerk lukt dat, maar groei zit er daarom voorlopig niet in."

Vijf kinderen en vijf begeleiders komen het speellokaal binnen. Ze zijn naar de bibliotheek geweest, want ook dat moeten de kinderen leren. Sara vertelt haar belevenissen en kijkt Rabbe schuchter aan, die haar met een knuffel op schoot neemt.
"Toen Sara hier binnenkwam, keek ze naar de grond met haar ogen dicht. En kijk nu eens! Hier doe we het voor", zegt ze tot slot.

De kinderen van de Droomboom.