Café Van der Wardt in de Kerkstraat.
Café Van der Wardt in de Kerkstraat. Foto: Gerard Wortel

De Kerkstraat

De straat waar ik geboren ben
mijn jeugd blijmoedig heb gesleten
En in het café van Van der Wardt
mijn allereerste biertje dronk
wat ze thuis niet mochten weten

De straat die eeuwenlang bestaat
waar het gewoon was allerwegen
om iedere vierde zaterdag
als penitentie na de biecht
je eigen straatje schoon te vegen

De straat waarin de zondagsrust
vroeg wordt verstoord door kerkklokken
die met hun dwingende gelui
de hoedjes en de zwarte pakken
met godsvrees naar haar kerk lokken

De straat waar door de jaren heen
de boer beschreid het veld moest ruimen
Op de plek waar eens zijn giertank stond
staat nu een dampende jacuzzi
waarin wat pensionado’s schuimen

De straat waar ik geboren ben
tot aan mijn dood - als’t kan - wil blijven
in het eeuwenoud getaande huis
met een verhaal dat met geen pen
in dit gedicht valt te beschrijven