Wielergezelschap Ben Hur. V.l.n.r.: Jan Hoijtink, Nicolai Gelissen, Peter Pistor, Huub Maas, Michiel Mommersteeg, Willem Jan Becker.
Wielergezelschap Ben Hur. V.l.n.r.: Jan Hoijtink, Nicolai Gelissen, Peter Pistor, Huub Maas, Michiel Mommersteeg, Willem Jan Becker. Foto: Bob Awick

Leden wielergezelschap Ben Hur fietsen dertig jaar wekelijks rondje

Dertig jaar geleden fietsten drie vaders op donderdagavond hun eerste rondje en legden daarmee de eerste basis voor fietsgezelschap Ben Hur.

Blaricum Ze begonnen als jonge vaders die graag een avond wilde fietsen om daarna als mannen onder elkaar bij te praten. Dertig jaar later hebben de kinderen een eigen leven, maar fietsen de vaders van toen, sommige gepensioneerd, nog door. Elke donderdagavond een rondje van veertig kilometer of meer met een borrel in café d'Oude Tak als afsluiter. "We zijn nog lang niet uitgepraat", zegt lid van het eerste uur Willem Jan Becker.

Ben Hur, de naam is ontleend aan de film uit 1959 waarin Romeinse wagenrenners in de strijd elkaar uit het wiel rijden, is geen fietsclub, maar een wielergezelschap. Een belangrijk verschil, benadrukt Becker staand aan de toog van d'Oude Tak. "Fietsen is voor ons geen doel op zich. Het is het sociale aspect dat ons al die jaren bindt." In 1988 begon Becker, in het dagelijks leven fysiotherapeut, met twee andere vaders te fietsen. Het initiatief vond bijval bij meer mannen en al snel telde het fietsgezelschap dertien leden. Meer mensen haakten aan, maar gingen ook weer. Nu, dertig jaar later, bestaat de groep, net als in het begin, uit dertien leden en blijft het daar ook bij. "Zo is het goed", verklaart Becker. "Tijdens die groeispurt raakte Ben Hur de samenhang en zijn unieke karakter kwijt."

In april hebben de heren het fietsseizoen geopend met een lustrumtocht van 75 kilometer richting de Amerongse Berg, in september vertrekt het fietsgezelschap naar Schiermonnikoog. "We overnachten in Grou en op Schiermonnikoog zelf verblijven we met de dames in Hotel Van der Werff", zet oud-voorzitter van het gezelschap Peter Pistor de plannen uiteen. Hoewel de donderdagavond in het verre verleden is gekozen om de echtgenotes van het shoppen op koopavond af te houden, hebben zij elkaar toch gevonden.
Becker, lachend: "Onze dames laten zich niet ringeloren. Zij hebben hun eigen uitjes en elke eerste vrijdag van de maand mogen we als mannen bij hen op de borrel komen."

Jaarlijks gaan de jongens op trip. Dat is traditie, voegt medelid Michiel Mommersteeg aan het relaas toe. "De eerste keer zijn we naar Frankrijk gefietst om daar een boerderij van Wouter Kroon, onze huidige voorzitter, te helpen opknappen. Ook hebben we de Mont Ventoux beklommen." Zonder namen te noemen, wil Ben Hur-lid Huub Maas wel kwijt dat dit niet iedereen is gelukt.
Hij trekt lachend het rode wielershirt van sponsor d'Oude Tak strak. Als reden voor het besluit om de heren een café-fietstenue te schenken geeft de waard van dienst aan dat 'de overkant' ook een fietsclub sponsort, om geamuseerd te vervolgen dat er wel een verschil is: "Die mannen dragen allemaal maat S."

De steek onder water raakt het gemoedelijke vijftal dat aan de bar is achtergebleven niet. Jan Hoijtink, deze verkiezingen gekozen als gemeenteraadslid voor de Blaricumse VVD, neemt nog een slok. Nicolai Gelissen grijpt lachend naar een bakje pinda's. "Als groep zijn we lang blijven hangen op een gemiddelde van net geen 30 kilometer per uur", vertelt hij. "Totdat we besloten om vanaf de top van de Stichtse Brug de polder in te fietsen en het rondje te eindigen vlak voor de brug. Toen redden we het net." Het gezelschap heeft gewoon een bel op de fiets en probeert sociaal te zijn naar andere fietsers, hoewel er altijd oudere mensen zijn die overal van schrikken. Ook de wielrenkleding is van later. "We begonnen met tweedehandsfietsen en gewone kleding", blikt Becker terug. "Van de dames kregen we een fietshelm."
Over de vraag wat er verder in dertig jaar is veranderd moet hij even nadenken. "Uit eindelijk niet veel", zegt hij dan. "Ben Hur blijft Ben Hur en als het einde daar is, dragen wij de kist." Mommersteeg lacht. "Dat wordt dan een probleem voor degene die als laatste het licht uitdoet", zegt hij tot slot.