Angelique Scherpenzeel en Ruud Fecken zijn zowel acteur als regisseur bij Deo et Arti
Angelique Scherpenzeel en Ruud Fecken zijn zowel acteur als regisseur bij Deo et Arti Foto: Bob Awick

Het speelplezier spat er vanaf
bij toneelclub Deo et Arti

Amateurtoneel is zoveel meer dan een opvoering tussen de schuifdeuren. Het plezier om met elkaar te spelen spat eraf bij de leden van Deo et Arti. Juist daardoor gebeuren er 'mooie dingen' in theater De Hasselbak. Met twee grote voorstellingen, een familiestuk en kleinere producties is de toneelvereniging in Eemnes springlevend. In 2020 bestaat het gezelschap 75 jaar. Een jubileum, waarvoor nu al de eerste voorbereidingen worden getroffen. "Eemnessers gaan ons overal tegenkomen", verklapt Angelique Scherpenzeel van Deo et Arti alvast.

Eemnes "Deo et Arti was ooit een katholieke toneelvereniging. Het gezelschap was verbonden aan de parochie en er waren strikte regels. Getrouwde vrouwen mochten bijvoorbeeld geen lid blijven", blikt Angelique Scherpenzeel terug. Zij is lid van de vereniging sinds 1985, speelt zelf in producties, regisseert het jeugdtoneel en andere voorstellingen en is verantwoordelijk voor de communicatie. "Nee dat heb ik niet meer meegemaakt", vervolgt ze lachend. "Deo et Arti is al tijden niet meer verbonden met de kerk. Alleen de naam is gebleven."

Deo et Arti brengt jaarlijks twee stukken voor volwassenen en een familievoorstelling op de planken. "Dat zijn onze grootste producties", legt Ruud Fecken uit. Hij is medeverantwoordelijk voor de artistieke koers van de vereniging. "Verder openen we het seizoen met improvisatietoneel en eenakters en sluiten onze twee jeugdgroepen hun jaar af met een eigen opvoering. De jongeren vanaf 15 jaar doen mee met het familiestuk of hebben een eigen voorstelling. Dat is per jaar verschillend."
Scherpenzeel is trots op de drie jeugdgroepen van Deo et Arti. "We vinden het belangrijk om ook de jeugd en jongeren bij onze vereniging te betrekken. Hoewel je ze soms kwijtraakt als ze gaan studeren, komen ze soms na hun studie weer terug als lid. Sowieso heeft de jeugd een leuke tijd bij ons en maken ze kennis met de kracht van toneel."

Verschrikkelijk normaal

Fecken is nu al druk bezig met het regisseren van Verschrikkelijk normaal. De voorstelling is een blijspel over de bewoners van 'Huize van Speykstraat' en gaat in maart in première in De Hasselbak. De bewoners worden beoordeeld of ze weer normaal zijn en wel of niet terug kunnen keren in de maatschappij. De een hoopt terug te kunnen keren naar het 'normale' leven, de ander vreest juist daarvoor.
Fecken speelt zelf ook een rol in het stuk. "Dat kan, omdat ik in Liesbeth Bakker een goede co-regisseur heb", zegt hij. "Het is wel een uitdaging om me niet te veel te bemoeien met de regie in het deel waarin ik zelf speel. Als regisseur zie je veel meer en kun je precies zeggen hoe iemand het moet doen. Als je zelf speelt is dat toch lastiger."

De keuze tussen spelen en regisseren wil hij niet maken. "Het is allebei leuk om te doen", zegt hij resoluut. Fecken, in het dagelijks leven hoofdconducteur bij de NS, heeft zich in 1987 aangesloten bij de Eemnesser vereniging. Het toneel is inmiddels niet meer uit zijn leven weg te denken. "Ik kies als het kan voor de vroege diensten, zodat ik 's middags en 's avonds tijd heb voor toneel", zegt hij. "Dat betekent dat ik vaak om vier uur 's ochtends opsta. Ik heb het er graag voor over."

Frisse wind

De kracht van het amateurtoneel
ligt in de drive

Fecken heeft een opleiding tot regisseur gevolgd en ook de andere regisseurs van Deo et Arti worden goed geschoold. Om een frisse artistieke wind te laten waaien, vraagt de vereniging daarnaast regisseurs van buiten voor de grotere producties. Aan een avondvullend stuk gaan zeker dertig repetities vooraf. "Amateurtoneel is zoveel meer dan een opvoering tussen de schuifdeuren", benadrukt Scherpenzeel. "Een bezoek aan onze voorstellingen is echt een avond uit. De Hasselbak, ons eigen theater, is bijna altijd goed gevuld, maar we zouden graag nog meer Eemnessers zien komen. Daarom gaan we ze in 2020, ons jubileumjaar, op een ludieke manier zelf opzoeken."

Volgens Fecken ligt de kracht van het amateurtoneel in de drive en oorspronkelijkheid. "Vanzelfsprekend kunnen professionals prachtig spelen, maar ze hebben ook geleerd om typetjes te spelen en zo nu en dan dramatische trucs in te zetten", zegt hij. "Amateurs kennen die trucjes niet en moeten zich echt inleven in een rol. Het plezier om met elkaar te spelen spat er daardoor van af. Daarbij hebben wij een klein theater, waardoor wij ook klein en natuurlijk moeten spelen. We merken steeds weer dat ons publiek dat waardeert."

Op de vraag aan welke opvoering zij met het meeste plezier terugdenken, kijken de twee leden van Deo et Arti elkaar even aan. Er zijn zo veel producties die de moeite waard zijn om te noemen. "Het Verjaardagsfeest van Harold Pinter", besluit Scherpenzeel uiteindelijk. "Ik kreeg de rol van Meg, de eigenares van een bed & breakfast in een Engelse badplaats met één kamerbewoner: Stanley. Dan komen er nieuwe gasten en vertel ik hen dat Stanley jarig is. Het was een geweldige rol om te spelen." Het stuk lag al langer in de la bij Fecken. Ook hij is nog steeds blij dat hij deze artistieke kans heeft gepakt. "Op een gegeven moment komt er bezoek, maar Pinter vertelt niet wie er op bezoek komt. Als regisseur had ik daarom veel mogelijkheden om zelf een sfeer te creëren. Meg droeg een bloemetjesjurk passend bij het decor van bloemetjesbehang. Heel Engels, maar daarachter ging veel onbehagen schuil."
Toch blijft het een bijna onmogelijke vraag, want er zijn zoveel meer voorstellingen waar het tweetal tevreden op terugkijkt. Bijvoorbeeld Kleine Teun van Alex van Warmerdam. Ooit is de film opgenomen in Eemnes. In de komedie gaat het over boer Brand, die met zijn vrouw Keet woont op een boerderij. Omdat Brand niet kan lezen en schrijven, haalt Keet de jonge onderwijzeres Lena in huis om hem dit te leren. Scherpenzeel: "In de voorstelling Welkom in het bos (ook van Warmerdam) heb ik vijf minuten gehinkeld omdat er een steentje in mijn schoen zat."
Fecken: "Zoiets bedenk je niet van tevoren. Dit is een cadeautje dat je tijdens de repetities in de schoot geworpen krijgt."

Het spontane, het plezier in het spelen is wel veranderd in de laatste decennia, vindt het tweetal. "Ik heb met regisseurs gewerkt die het niet goed vonden dat we tekst uit ons hoofd leerden", memoreert Scherpenzeel. "Als acteur moest als het ware tot op de grond toe afgebroken worden, voordat je een rol goed kon spelen, was het idee." Ook Fecken weet zich deze manier van regisseren nog te herinneren. "De mise-en-scène is nu veel losser", zegt hij. "De voorstellingen zijn meer filmisch en minder toneel. Dat vergroot het plezier van het spelen en bovendien is het voor het publiek gemakkelijker om het te geloven."

De Hasselbak

Scherpenzeel geeft een rondleiding door De Hasselbak. Het theater aan de Hasselaarlaan heeft een gezellige foyer met daarachter het intieme podium en kleedkamer. Een aanbouw om rekwisieten en decorstukken dichterbij op te kunnen slaan, staat op het wensenlijstje. De Eemnesser toneelvereniging telt nu 45 leden, maar meer mensen zijn zeker welkom, antwoordt ze desgevraagd. "We zoeken altijd mensen om te spelen, maar ook om te grimeren of te helpen met het decor, de kleding, de techniek en het licht. Ze kunnen eerst met ons meekijken en daarna besluiten of ze lid willen worden." Volgens Fecken voelt bijna iedereen zich thuis bij Deo et Arti. " We zijn een echte toneelfamilie. We gooien nieuwe leden niet meteen in het diepe met een grote rol, maar hebben wel genoeg repertoire om iedereen die dat wil te laten spelen."

De repetities voor de volgende productie 'Verschrikkelijk Normaal' zijn al begonnen