Kroegbaas Ton.
Kroegbaas Ton. Foto: Leo Janssen

Enigszins verscholen aan de 'kleine Brink' ligt café De Bijenkorf. Op maandag en dinsdag gesloten, de overige dagen open tussen 16.00 en 01.00 uur. Waard en waardin zijn Ton en Greet Randshuizen

Sinds de euro en het rookverbod is de klandizie minder, maar de gewone man drinkt er nog steeds zijn bier, de tandarts zijn rode wijn, en bespeelt de naar het café vernoemde biljartvereniging wekelijks het blauwe laken. En mijnheer pastoor beloont hier, na het opruimen van de erepoorten waaronder een dag eerder de eeuwenoude Sint Jansprocessie op de zondag het dichtst bij 24 juni voorbijtrok, 'zijn' bogenbouwers met gefantaseerd Sint Jansgeld dat aan de tap kan worden besteed.

Ton (73) herinnert zich de grote pannen koffie op het gasfornuis voor de toeschouwers die drie à vier rijen dik stonden opgesteld langs de processieroute. En na afloop van de plechtige tocht de klauterpartijtjes op de stoeltjes die voor een stuiver per stuk waren verhuurd. Het feest van de schutspatroon van het dorp gaf het gezin Randshuizen wat vet op de botten. Evenals de kermisweek die erop volgde. "Heel vroeger stond hier zelfs 'de rijdende school' voor de kermiskinderen en was er op het pleintje een kermisattractie", aldus Ton.
De geschiedenis van de Bijenkorf begint aan de Naarderstraat bij gebouw De Luifel waarin een café en slijterij waren gevestigd (ter hoogte van de huidige pizzeria). Tijdens de kermis was het er - met orkest - iedere avond bal. In 1923 ging het in vlammen op. Een jaar later werd het voortgezet onder De Bijenkorf (Molenweg 345). Voor het Sint Jansfeest was er 'een heerlijk zitje in de schaduwrijke tuin, beleefd aanbevolen'. Men kon er in de jaren 30 van de vorige eeuw 'gezellig dansen' of luisteren naar een lezing van wereldreiziger Kries.
Tons vader, die in Alkmaar twintig jaar als banketbakker had gewerkt, nam het café van zijn schoonmoeder over in 1946. Negen jaar later verhuisde het café naar de Molenweg 45. Ondanks het feit dat De Bijenkorf niet bij iedere Laarder goed bekend stond - menig (boeren)opstootje werd ook door Tons moeder weleens met een keu gesust - was er toch veel toeloop: de biljartclub, het R.K Vrouwengilde voor wie kapelaan Veenhuis sprak over Witte Donderdag en Goede Vrijdag, mondharmonicaclub 't Klooster en de duivenmelkers van De Zwaluw die er hun klokken op elkaar afstemden wanneer de duiven 'gevallen' waren.
In 1982 werden Ton en Greet eigenaar. In de krant verbaasde hij zich over de legesverhoging met 3368% - van 8,65 gulden naar 300 gulden - voor de sluitingsuurverlenging tijdens de kermis. Ook kreeg hij een pistool tegen zijn hoofd. Al schreeuwend werkte hij de overvaller zonder buit de deur uit. De volgende dag stond hij al weer achter de tap ('Het leven gaat door'). Een koevoet achter de hand. Tegenwoordig houden Ton en Greet vinylreünies uit de jaren 60. Een Hollandse avond, disco, dance of rock- en reggaemuziek uit de omgevallen platenkast. En met de kermis is het, vooral op de laatste donderdagavond, volop feest. Opvolgers hebben ze nog niet. Het is ook vaak tachtig tot honderd uur per week werken. "Het doek valt neer", zegt Greet. En dan hoopvol: "Wie weet, een van de zes kleinkinderen." Lukas helpt al af en toe. Het is te hopen, want kerk, kroeg en kermis horen al meer dan honderd jaar bij elkaar in Larens laatste (familie)kroeg.