"Ik wil graag dat de foto iets van mij laat zien en een verhaal", vertelt de geboren Zeeuwse Madelijne Kool. Foto: Bob Awick

Kool: 'Zo langzamerhand durf ik nu wel te zeggen dat ik cabaretière ben'

Madelijne Kool woont in Laren en is cabaretière. Op 4 april 2020 gaat ze in première in Singer Laren met haar show 'We moeten ergens beginnen'.

Laren Madelijne Kool is opgegroeid in 's-Gravenpolder in Zeeland, maar heeft altijd in de 'grote stad' willen wonen. Op haar 16de komt ze in de weekeindes naar Hilversum voor Club Veronica, om zich na een studie in Leiden en Amsterdam te settelen in Laren, waar ze in Singer haar eerste show speelt. "Dit maakt me gelukkig", is haar constatering na afloop en ze richt zich volledig op cabaret en kleinkunst. Met succes, want ze wint de publieksprijs en persoonlijkheidsprijs op het Utrechts Kleinkunst Festival 2019 en volgend jaar tourt ze door het land met haar vijfde show.

Kool vraagt even de tijd van de fotograaf van dienst in haar zoektocht naar beeld dat past bij dit artikel. Op verschillende locaties rond het Singer worden plaatjes geschoten, maar niet tot tevredenheid van de nu in Laren wonende cabaretière. Uiteindelijk kan een foto voor het theater op haar goedkeuring rekenen.
"Ik houd van concepten", zegt ze later. "Niet zomaar een meisje op een bankje; ik wil graag dat de foto iets van mij laat zien en een verhaal vertelt." Het is haar achtergrond in de reclamebranche, waarin zij na een studie communicatiewetenschappen en politicologie heeft gewerkt, die opborrelt. Het reclamebureau Groen & Kool is nog altijd gevestigd in Laren. "Reclamemensen denken altijd conceptueel en ik ben niet anders", legt ze uit. "Ze zijn ook gebonden aan harde randvoorwaarden. In de kleinkunst hoef ik daar geen rekening meer mee te houden. Ik kan nu in alle vrijheid grenzenloos creëren. Dat is een van de aspecten van dit vak waar ik het meest blij van word."

Gestruikel

In haar nieuwste voorstelling 'We moeten ergens beginnen' neemt Kool, moeder van vier dochters en de reden waarom ze naar Laren is gekomen ('ik gunde de kinderen wat gras'), haar publiek mee in haar eigen gestruikel om duurzaam te leven. "Ik begrijp dat het nodig is dat er een klimaatakkoord komt en ik wil graag meedoen, maar hoe?", legt ze haar dilemma uit. "Hoe leef je duurzaam thuis met vier kinderen? Er zijn eindeloos veel valkuilen, waarin ik ben gevallen. De mensen die naar mijn voorstelling komen, wil ik daarvoor behoeden. Daarom kom ik met een instapcursus Circulaire economie met verrassende tips." Op de vraag wat de toeschouwer hier van kan leren, klinkt het droog: "Wat dacht je van klimaatneutrale seks?" Serieuzer: "Ik zoek de scherpe randjes op. Waar het pijn doet, begint de grap."

De straat, het terras, eigenlijk alle plekken waar mensen zijn, vormen de grote inspiratiebron voor haar actes de présence, in heel Nederland en op 4 april in Singer Laren in het bijzonder. "Ik sta altijd aan", is haar vervolg. "Alles wat ik om mij heen hoor, registreer ik. Als het iets opmerkelijks is, schrijf ik het op in een boekje dat ik altijd bij mij heb."
Kool praat wervelend en snel, maar gaat nu even verzitten om een voorbeeld te geven: "Laatst hoorde ik iemand op een terras zeggen: 'gast, we gaan een fucking groot afscheidsfeest geven om te vieren dat ze weggaat'. Dat is toch prachtig? Zo'n zin komt bij mij binnen en gaat meteen een eigen leven leiden. Hier kan zomaar een lied in zitten."
Behalve kleinkunst schreef de geboren Zeeuwse ook een kinderboek, liedjes voor de Disney Club en een praktische set tips gebundeld in Het Kleine Grote Gelukboek, maar 'schrijver' wil ze zichzelf niet noemen. "Daarvoor is het te klein", meent ze bescheiden. "Ik spreek ook reclames in." Op wervende toon: "Quooker, de kraan die alles kan; leuk werk natuurlijk, maar om mezelf te bestempelen als 'stemacteur' gaat te ver. Nee, ik heb gekozen voor cabaret en kleinkunst. Zo langzamerhand durf ik nu wel te zeggen dat ik cabaretière ben."

'Ik zoek scherpe randjes op. Waar het pijn doet, begint de grap'