Bemoedigende woorden van burgemeesters BEL-gemeenten
De burgemeesters van Laren, Blaricum en Eemnes hebben voor inwoners belangrijke woorden gesproken. Ze klinken als een hart onder de riem.
BEL Burgemeester Nanning Mol pakte in het weekend al zijn moment. Hij heeft - net als zijn collega's in Blaricum en Eemnes - grote waardering voor het snelle en kordate optreden van alle inwoners en organisaties die er samen voor zorgen dat de voorgeschreven maatregelen snel opgevolgd werden. De Eemnesser burgemeester Roland van Benthem heeft er vertrouwen in: "We komen er in 'ons Eemnes' samen wel uit. Ook als we wat op afstand van elkaar blijven, kunnen we toch nabij zijn." Joan de Zwart-Bloch, burgemeester in Blaricum, vraagt om vooral oog voor elkaar te houden.
De burgermoeder heeft Blaricummers de afgelopen jaren leren kennen als 'nuchter en realistisch in tijden dat het erop aankomt'. "Dat zullen we ook nodig hebben om deze periode goed door te komen. Voor een sociaal dorp als het onze zal afstand houden misschien wel het allerbelangrijkste, maar daarmee ook het allermoeilijkste zijn. Ik heb er het volste vertrouwen in dat het ons gaat lukken."
Nanning Mol: "Dat we het contact met elkaar nu beperken, doen we om te voorkomen dat we elkaar besmetten. Dat wil niet zeggen dat we er niet voor elkaar kunnen zijn. Onze ouderen, die extra kwetsbaar zijn en door de maatregelen eenzamer worden, kunnen onze hulp gebruiken. Even een extra tas boodschappen meenemen voor de buurvrouw is iets wat we allemaal kunnen doen." Ook een flink compliment voor de mensen die in de zorg werken. "Zij hebben het nu extra druk. En laten we trots zijn op al onze hulpverleners die juist nu keihard werken. Ondanks alle beperkingen blijft de samenleving draaien. Dat geldt ook voor de BEL Combinatie. Deze blijft voor iedereen bereikbaar en beschikbaar. Weliswaar in aangepaste vorm."
De berichten over het coronavirus zijn - volgens Van Benthem - 'soms genuanceerd, soms helaas ook met veel sensatiezucht'. "Laten we ons niet gek maken door alle wilde verhalen op internet en sociale media. Tegelijk moeten we niet bagatelliseren. We maken voor het eerst in ons leven mee dat er bijzondere en drastische maatregelen worden genomen. Onze maatschappij komt een beetje tot stilstand. De ingrijpende maatregelen raken ons direct. Van kleinere - opvang kinderen, thuiswerken - tot grote onzekerheid over de gevolgen voor bedrijven en werkgelegenheid. En hoe beter we allemaal meewerken, hoe meer we verdere verspreiding van het virus voorkomen. En laten we hopen dat op 6 april het ergste achter de rug is." Pas goed op elkaar, zegt hij ook: "Een pannetje extra koken is iets wat we allemaal kunnen doen en elkaar wat vaker bellen om te vragen of alles goed gaat is ook een kleine moeite."
"Het indammen van het virus vergt inzet en offers van ons allemaal, op alle niveaus van onze samenleving", zegt De Zwart-Bloch. "Denk aan de horeca die verplicht haar deuren moet sluiten, de scholen die dicht zijn. De kinderen die thuis zijn terwijl je als ouder ook thuis moet werken als dat kan. Geen uitgaansleven en de sociale contacten op een heel laag pitje. Dan heb ik het nog niet eens over degenen die het virus hebben opgelopen. Sommigen hebben daar milde verschijnselen van, maar er zijn ook ernstig zieken. Dat brengt zorgen met zich mee, niet in de laatste plaats voor de betrokkenen zelf, maar ook voor hun dierbaren!"
