Afbeelding

Herman Adriaan van den Wall Bake

Algemeen

Een paar weken geleden kreeg ik een mailtje van een vriendin die vroeg of ik geïnteresseerd was in een oude prent van Laren. Zo ja, dan kon ik hem gratis ophalen. Het was een bijvangst op een veiling waar ze een mooi schilderij van ’t Bonte Paard had gekocht. Een fles champagne ‘armer’ en een mooie prent rijker zag ik dat het een van de aardigste historische kaarten is van ons dorp, gemaakt in 1867 door Jacob Kuyper, cartograaf/aardrijkskundige die alle 1200(!) gemeenten op eenzelfde wijze vastlegde en in 1871 publiceerde als ‘Gemeente-Atlas van Nederland’. Op die prent kun je heel goed zien hoe Laren ‘een puntzakje’ is, onderin gevuld en omgeven door heidevelden waarvan de erfgooiers het gebruiksrecht hadden, maar waarvan het eigendomsrecht berustte bij de staat. Mid jaren vijftig van de 19e eeuw had de staat geld nodig. Na moeizaam onderhandelen door notaris Albertus Perk, de ongekroonde koning van Gooiland, werden die gronden uiteindelijk geveild en verdeeld en brachten ze een ware cultuuromslag teweeg, aldus Kees van Aggelen van de Hilversumse Historische Kring. De grond kwam veelal in handen van rijken die er hun buitens en landgoederen stichtten en de schrale heidegronden veranderden in bospartijen – ook te zien op de kaart - die door hun houtproductie meer geld opbrachten. Een van die welgestelden die Larense grond - ‘den Vuurschenweg’ - met de buitenplaats Hoeve ter Heide in de buurt van de toen en het huidige Anna’s Hoeve aankocht, was de Utrechtse familie Bake.

In 1853 werd hun naam – om het geld in de familie te houden - veranderd in Van den Wall Bake. Herman Adriaan Bake trouwde zijn germaine (volle) nicht Peggy Bake, en voegde daarom de naam van zijn moeder Van den Wall toe. Hij had zijn rijkdom vergaard als muntmeester van Utrecht. ‘Doordien eene hermunting van het zilvergeld, de oude zilveren pasmunt werd geheel vervangen, hem veel geld deed verdienen en hij een groot deel daarvan belegde in Spanjaarden (aandelen), welke in het revolutie jaar tot een spotprijs konden gekocht worden.’ Daarnaast handelde hij in afvalzilver. Zoon Rudolph was geïnteresseerd in spoorwegen. Dat had hij van zijn grootvader William Archibald Bake, die reeds in 1831 het idee had om onze zeehavens door middel van spoorwegen in verbinding te brengen met Duitsland. Zijn kleinzoon was adjunct-administrateur bij de H.IJ.S.M, de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij, de oudste spoorwegmaatschappij van ons land. Later trad hij toe tot de directie. In de winter van 1867/1868 maakt hij plannen voor een spoorlijn tussen Amsterdam en Amersfoort, de zogenaamde Oosterspoorweg. Twee jaar later kreeg hij toestemming. Hiervoor moest grond onteigend worden. Ook die van zijn vader die nogal wat lange stroken had op het tracé en er baat bij had (voorkennis?) een goede verbinding te hebben van zijn Hilversumse buiten Heidepark, het vroegere Hoeve ter Heide, met andere steden. In 1873 -1874 wordt de Oosterspoorlijn van Hilversum naar Amersfoort en Utrecht aangelegd. Zijn vader krijgt een goede vergoeding. Ook voor het gedeelte over Larens grondgebied. Hij krijgt er zelfs een eigen opstaphalte.

Een Larens spoorwegstation? Wat doet huisje nr. 33 op het uiterste puntje van Laren daar?
Bol an mensen, volgende keer meer.

Leo Janssen.
www.bol-an.nl

Uit de krant