Gevolgen Spreidingswet BEL-gemeenten: ‘Wij voelen ons als gemeente medeverantwoordelijk voor een goede opvang’

BEL - Na de Eerste Kamer heeft afgelopen dinsdag 23 januari ingestemd met de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen, ook wel bekend als de Spreidingswet. De Spreidingswet is in het leven geroepen om de druk op asielopvang beter over gemeenten te verdelen. In de praktijk betekent het dat alle gemeenten uit Nederland een bepaald aantal asielzoekers moet opvangen. Welk standpunt nemen de BEL-gemeenten aan over deze wet?

Na een ommezwaai van de VVD is nu voldoende steun in de Eerste Kamer voor de Spreidingswet. “Wij voelen ons als gemeente medeverantwoordelijk voor een goede opvang van vluchtelingen in Nederland en gaan na welke mogelijkheden wij hebben om onze verantwoordelijkheid goed in te kunnen vullen. Daar hebben wij in beginsel geen wet voor nodig”, laat een woordvoerder weten namens de gemeenten.

Vraagstuk van asielopvang

“We zijn ook zonder de Spreidingswet al heel hard bezig om te kijken hoe we opvang van asielzoekers kunnen regelen. De gemeente heeft geen eigen gebouwen of grond beschikbaar hiervoor. De BEL-gemeenten werken in het vraagstuk van asielopvang dan ook nauw samen en we bekijken ook hoe we deze opgave samen met gemeenten uit de regio kunnen oppakken”, aldus de woordvoerder.

Gemeente Blaricum treft voorbereidingen voor de opvang van 250 asielzoekers (met verblijfsvergunning) in voormalig ziekenhuis Tergooi Blaricum. En in een recreatiepark aan de Goyergracht Zuid, op de grens van Laren en Eemnes, worden er sinds 15 januari, 32 jonge asielzoekers opgevangen. Later, na het doorlopen van de vergunningsprocedure, wordt het aantal jongeren mogelijk uitgebreid tot maximaal 56.

De woordvoerder sluit af: “De instroom van asielzoekers is onverminderd hoog en we voelen ons als gemeente medeverantwoordelijk voor een goede opvang van vluchtelingen in Nederland. Zo kijken we in samenwerking met andere gemeenten hoe we de opvang van asielzoekers goed met elkaar kunnen regelen.”