Afbeelding
Bol-an

Zomers geluk van Wilm Steelink.

Algemeen

Eind mei kreeg ik een brochure in de bus van de verkooptentoonstelling Zomers geluk bij kunsthandel Mark Smit in Ommen. Op de voorpagina Een gedekte tafel in een zonnige tuin in Laren, geschilderd door Wilm Steelink. Een opvallend schilderij. ‘Het zachte zomerlicht valt diffuus door de bomen, het verspreidt een warme gloed op de tafel. De lunch is net voorbij, de glazen zijn leeg. Wellicht maken de gasten een ommetje, het is mooi weer, een jas is niet nodig, die blijft achter op de arm van de stoel. Het veldboeket in de grote vaas op tafel is weelderig en vol details geschilderd. Alles aan dit schilderij ademt weldaad en luxe’, aldus de bloemrijke taal uit het pennetje van de copywriter. ‘Ik had hem wel tien keer kunnen verkopen’, krijg ik als antwoord wanneer ik bel, benieuwd naar de prijs. Wilm Steelink jr. (1856-1928), opgeleid aan de kunstacademies van Amsterdam en Antwerpen, wordt wel ‘de tweede Mauve’ genoemd. Schildert hij aan het begin van zijn carrière in een romantische traditie, het omslagpunt komt in 1890 als hij in navolging van de succesvolle Haagseschoolschilders ‘en plein air’ de Gooise heide met zijn schapen ontdekt. Steelink is vooral onder de indruk van het sprankelende licht bij Anton Mauve.

Hij verhuist regelmatig. Van 1912 tot 1917 naar de Bijenstand 2 in Laren. Zijn schilderij houdt me bezig. Ik kom erachter dat hij een haast zelfde fleurig tableau heeft geschilderd dat in het bezit is van Singer. Conservator Anne van Lienden stuurt me enthousiast een pdf op van Het Algemeen Geïllustreerd en Artistiek Weekblad dat in 1916 een groot artikel aan de zeer succesvolle schapenschilder wijdt, die op 60-jarige leeftijd met nieuw werk komt bij kunsthandel Buffa in Amsterdam. Kunstcriticus Nathan Wolf recenseert: ‘Willem Steelink was de steunpilaar van de langzaam uitstervende Haagse school. Hij is nu, zonder zijn talent te forceeren, tot moderner opvatting gekomen. Hij heeft zijn palet herzien, zijn kijk op de dingen en de natuur vernieuwd. Er is een nieuwe Wilm Steelink in onze schilderswereld opgestaan. Hier is kunst, die ontstaan is om de kunst. L’art pour l’art. Zie de twee grote schilderijen Buiten en Na de lunch.’ Bij het artikel zwart-witfoto’s waaronder Een gedekte tafel in een zonnige tuin in Laren dat oorspronkelijk Buiten blijkt te heten. Na de lunch, het ‘door mij ontdekte’ schilderij in bezit van Singer toont eenzelfde weelderig bloemenboeket van cosmea, korenbloem, ridderspoor, hortensia, malve, margriet, dianthus en zomer- en winteraster. Onder aan de vaas en op tafel Oost-Indische kers. (Met dank aan Walter & Roland) ‘Hoe is in beide schilderijen de ruiker bloemen mooi los in de ruimte gezet; hoe doen deze bloemen kleurig en frisch tegen het bijna matgouden groen’, verwondert Wolf zich . ‘Met de restjes op tafel stralen ‘beide zusjes’ een soort van ‘verlatenheid’ uit die bijna ‘stilte’ uitdrukt’. Het artikel sluit met ‘De ‘oude’ Steelink, de schapenschilder, is dus niet dood. Maar de ‘nieuwe’ Steelink, de veelzijdige, hij leve!’

Bol an mensen, het zou leuk zijn als Singer Na de lunch binnenkort weer eens tentoonstelt. Tot die tijd troosten we ons na de lunch in de Piet Oudolf tuin met de servetten uit de museumwinkel waarop het schilderij staat afgebeeld.

Leo Janssen.
www.bol-an.nl

Uit de krant